In deze sectie kunt u de lessen voor groep 1/2 vinden. Er is per les beschreven wat de activiteit inhoudt, welke materialen er nodig zijn en hoeveel tijd de les in beslag zal nemen. 

 

Les 1

Benodigdheden:

  • Extra begeleiders
  • Bladen waar foto’s van uithangborden staan
  • Het winkelcentrum met uithangborden
  • Kaartjes met kenmerken van uithangborden

 

Tijdsduur: 25 minuten buiten, 40 minuten in de klas.

 

Beginsituatie leerlingen:

Bij het ontwerpen van deze les wordt van de leerlingen verwacht dat zij weten wat een uithangbord is en waar het voor gebruikt wordt. Leerlingen hebben echter nog nooit bewust gekeken naar de kenmerken van uithangborden en gekeken of de uithangborden van nu er anders uitzien dan de uithangborden van vroeger.

 

Lesdoelen:

  • De leerlingen kunnen uithangborden herkennen van foto’s en verschillende kenmerken beschrijven.
  • De leerlingen kunnen uithangborden uit het heden vergelijken met uithangborden uit het verleden.
  • De leerlingen kunnen waargenomen uithangborden beschrijven en de kenmerken hiervan benoemen
  • De leerlingen kunnen de waargenomen verschijnselen presenteren aan de klas.

 

Activiteit:

Confrontatie: De les start met een Powerpoint waarin allerlei verschillende uithangborden voorbij komen. Wanneer deze Powerpoint ten einde is gekomen stelt de leerkracht de volgende vragen aan de leerlingen: wat hebben we net gezien op de Powerpoint? Op welke plekken vind je de uithangborden? Vervolgens vertelt de leerkracht de leerlingen dat ze vandaag op fotozoektocht gaan, waarin de leerlingen op zoek gaan naar verschillende uithangborden.

Opzetten experiment: De leerkracht vertelt de leerlingen dat ze zo meteen naar het winkelcentrum gaan en hier op fotozoektocht gaan. De leerlingen gaan op zoek naar uithangborden. Wanneer ze deze gevonden hebben, gaan de leerlingen vragen beantwoorden die op het werkblad staan die ze zo krijgen. Deze vragen kunnen gaan over het uithangbord zelf, maar ook over indirecte kenmerken of over vergelijkingen met het verleden. De leerlingen gaan de vragen samen beantwoorden en ook met elkaar praten over de vragen.

Daarna worden groepjes gemaakt. Vervolgens krijgt iedereen een werkblad (zie bijlage). Dit werkblad sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van de leerling (zie differentiatie). De leerlingen gaan dit werkblad met hun groepje (en eventueel begeleider) kort bespreken en ze gaan kijken of ze al foto’s herkennen zodat ze een idee hebben van wat ze kunnen verwachten.

Uitvoeren experiment: Daarna gaat de hele groep naar het winkelcentrum om de uithangborden te onderzoeken.

Concluderen: Wanneer de leerlingen terug zijn in de klas gaan ze met hun groepje kort bespreken wat de belangrijkste punten zijn die ze zijn tegengekomen tijdens het onderzoek. Deze conclusies schrijven ze in het kort op.

Presenteren van de resultaten: Daarna gaat elk groepje een korte presentatie houden over de belangrijkste punten die ze gevonden hebben. 2 leerlingen geven een korte presentatie. De andere leerlingen gaan vragen stellen bij andere presentaties.

Verdieping: De leerkracht laat plaatjes zien van uithangborden uit het verleden en uithangborden uit het heden en vertelt de leerlingen dat hij verschillende kaartjes heeft gemaakt waarop allerlei kenmerken staan van uithangborden. Deze kenmerken kunnen typisch zijn voor een uithangbord uit het verleden, maar ook voor uithangborden uit het heden. Ook zijn er kenmerken die zowel bij uithangborden uit het verleden als uit het heden passen.  De leerlingen gaan in groepjes deze kenmerken indelen. Wanneer iedereen dit gedaan heeft, presenteren de leerlingen deze resultaten aan de klas.

Afsluiting: Ter afsluiting van de les vertelt de leerkracht wat er in de volgende les gaat gebeuren en vraagt de leerlingen na te denken over de volgende vraag: Hoe komt het dat uithangborden er nu anders uitzien dan vroeger?

 

Differentiatie:

 In deze les gaan leerlingen aan de slag met werkbladen. In het leerlingengedeelte zijn deze werkbladen terug te vinden. Er zijn twee versies van de werkbladen. Deze versies verschillen van niveau. Op deze manier kan de leerkracht kiezen welk werkblad het beste aansluit bij de ontwikkeling van de groep. Ook kan er gekozen worden om groepjes te vormen waarin leerlingen zitten die hetzelfde ontwikkelingsniveau hebben. Er kan dan gekeken worden welk werkblad het beste aansluit bij de ontwikkeling van de groep.

 

Daarnaast gaan leerlingen kenmerken indelen van uithangborden uit het verleden en het heden. Ook in deze opdracht kan gedifferentieerd worden. De kaartjes met kenmerken zijn op verschillende taalniveaus gemaakt. De leerkracht kan ervoor kiezen om één niveau voor de hele klas te kiezen of opnieuw groepjes te maken en deze groepjes kaartjes geven op het niveau dat aansluit bij de ontwikkeling van de leerlingen uit het groepje

 

Les 2

Benodigdheden:

  • Computers
  • Posters (A3)
  • Digibord

 

TIjdsduur: 1 uur en tien minuten

 

Beginsituatie:

De leerlingen hebben in de vorige les kennis gemaakt met het onderwerp uithangborden. Ze zijn op verkenning geweest in het winkelcentrum en hebben met hun groepje onderzocht wat de kenmerken van uithangborden zijn. Verder hebben zij ook nagedacht over hoe uithangborden er vroeger uitzagen. Ook hebben de leerlingen een korte presentatie gegeven over de belangrijkste punten die ze gevonden hebben. Leerlingen kunnen dus verschillen opnoemen tussen uithangborden van vroeger en van nu, maar de leerlingen weten nog niet hoe dat gekomen is en waarom je in andere landen dezelfde uithangborden kan vinden.

 

Lesdoelen:

  • Aan het einde van de les hebben de leerlingen een presentatie gegeven over uithangborden en bedrijven die ook in andere landen voorkomen.
  • Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen wat globalisering is.

 

Activiteit:

Confrontatie: de leerlingen worden meteen geconfronteerd met de vraag die de vorige les gesteld is: Hoe kan het dat uithangborden er nu anders uitzien dan vroeger? Er wordt een groot woordweb gemaakt waarin alle antwoorden van leerlingen op de vraag worden geschreven. Dit woordweb blijft de rest van de les op het bord staan omdat het later nog gebruikt gaat worden, maar eerst gaan de leerlingen iets anders doen.

Verkennen: De leerlingen kiezen zo meteen een bedrijf uit, wat uithangborden heeft. Er is een lijst gemaakt waar leerlingen uit mogen kiezen. Eén bedrijf gaat door vier leerlingen onderzocht worden. De leerlingen krijgen de lijst te zien en mogen voor zichzelf een top 3 van bedrijven samenstellen. Vervolgens worden de groepjes gevormd. De leerkracht noemt een bedrijf op en de leerlingen mogen hun handen opsteken wanneer zij dit een interessant bedrijf vinden. De leerkracht kiest vier leerlingen uit die dit bedrijf mogen gaan onderzoeken. Probeer zoveel mogelijk leerlingen een eerste of tweede keus te geven.

Opzetten experiment: Vervolgens vertelt de leerkracht de leerlingen wat ze in deze les gaan onderzoeken. De leerlingen gaan op internet zoveel mogelijk informatie zoeken over landen waarin hun bedrijf gevestigd zijn. Maar ook alle andere informatie over het bedrijf is welkom. Dit doen twee leerlingen per groepje.  Ook mogen de leerlingen plaatjes zoeken over hun gekozen bedrijf, dit doen ook twee leerlingen. Alle informatie die ze kunnen vinden en plaatjes die horen bij het bedrijf wordt op een grote poster geschreven en geplakt. Met deze poster geven de leerlingen een korte presentatie over hun bedrijf aan de rest van de klas.

Uitvoeren experiment: De leerlingen gaan aan de slag met het zoeken van informatie en plaatjes.
Concluderen:
Alle informatie en plaatjes die bruikbaar zijn worden op de poster geschreven en geplakt.

Presenteren van resultaten: Elk groepje leerlingen verzorgt een korte presentatie voor de hele klas. De leerkracht kan ervoor kiezen om het hele groepje te laten presenteren, of twee leerlingen te laten presenteren en twee leerlingen vragen te laten stellen bij de andere presentaties. Zorg er ook voor dat er een tip en een top gegeven wordt, zodat de leerlingen kunnen werken aan hun presentatievaardigheden.

Verdieping: De verdieping van de les bestaat uit een korte uitleg van globalisering. Deze uitleg is in het leerlingengedeelte terug te vinden. In deze uitleg komt ook de vraag terug ‘hoe kan het dat uithangborden er anders uitzien dan vroeger?’. De leerkracht vertelt de leerlingen dat …

Afsluiting: ter afsluiting van de les bestaat uit een vooruitblik op de volgende les. De leerlingen weten nu immers dat uithangborden er vroeger anders uitzagen dan nu en hoe dat gekomen is, maar hoe zouden uithangborden er in de toekomst uit komen te zien? Het antwoord op deze vraag gaan leerlingen zelf ontwerpen in de volgende les.

 

Differentiatie:

In deze les wordt er vooral gedifferentieerd op het gebied van interesse. Leerlingen mogen zelf een top drie maken van bedrijven die zij het meest interessant vinden om te onderzoeken. Bij het indelen van de groepjes wordt rekening gehouden met de top drie die leerlingen hebben opgegeven.

 

Les 3

Benodigdheden:

  • Triplex
  • Figuurzagen
  • Koperdraad
  • Lampjes
  • Batterijen
  • Plastic (hard en zacht)
  • Stanleymesjes
  • Papier
  • Karton
  • Verf
  • Stiften
  • Kleurpotloden
  • Potloden
  • Blaadjes voor ontwerp (A4)
  • Scharen
  • Powerpoint met bijzondere uithangborden

 

TIjdsduur: 1 uur en 20 minuten

 

Beginsituatie:

De leerlingen weten de verschillen tussen uithangborden van nu en uithangborden van vroeger. Ook weten ze hoe dat gekomen is. Maar hoe zullen uithangborden er in de toekomst uitzien?

 

Lesdoelen:

  • Aan het einde van de les hebben alle leerlingen een uithangbord voor in de toekomst ontworpen.
  • Aan het einde van de les hebben de leerlingen met verschillende materialen gewerkt, waardoor zij een stevig uithangbord hebben kunnen maken.
  • Aan het einde van de les weten de leerlingen wat recycling is en waarom materialen gerecycled worden.


Activiteit:

Constatering: In deze les worden de leerlingen geconfronteerd met de vraag die in de vorige les in de afsluiting werd verteld: we weten nu hoe uithangborden er vroeger en nu uitzagen, maar hoe zullen ze er in de toekomst uitzien? Hoe de leerlingen denken dat deze eruit zien in de toekomst, gaan ze vandaag ontwerpen. 

Verkenning: In de klas liggen heel veel verschillende materialen (zie benodigdheden) die de leerlingen allemaal mogen gebruiken. De leerlingen mogen even langs alle materialen gaan om te verkennen welke materialen ze willen gebruiken voor hun eigen ontwerp. Daarnaast verschijnen er enkele bijzondere uithangborden op het bord.

Ontwerp maken: De leerlingen hebben bedacht welke materialen ze willen gaan gebruiken voor hun eigen uithangbord. Het is belangrijk dat het een stevig uithangbord wordt. Nu gaan ze eerst het ontwerp tekenen voordat ze het gaan maken. De leerlingen tekenen met potloden en kleurpotloden hun ontwerp van het uithangbord. Ook schrijven ze bij alle aspecten van het uithangbord uit welk materiaal het bestaat. Wanneer de leerlingen hier goed over nagedacht hebben, mogen zij het ontwerp aan de leerkracht laten zien, die een goedkeuring geeft of de leerling aan de slag mag met het uitwerpen van het uithangbord.

Ontwerp uitvoeren: De leerlingen gaan aan de slag met het maken van het uithangbord. Omdat er veel verschillende materialen gebruikt mogen worden en deze ook gezaagd, geknipt, gesneden moeten worden, is het handig om extra ouders in te schakelen die een oogje in het zeil kunnen houden en hier en daar een handje kunnen helpen.

Presenteren van resultaten: Wanneer alle leerlingen klaar zijn, laten zij om de beurt hun uithangborden zien. Daarbij vertellen ze hoe ze op het idee zijn gekomen en waarom zij denken dat uithangborden er in de toekomst zo uit zien.

Verdieping: Er zijn heel veel materialen gebruikt tijdens deze les en alles moet opgeruimd worden. Alle uithangborden krijgen een mooi plekje in de klas, maar wat doen we met de overige materialen. Deze gaan we sorteren en dan weggooien in de afvalbakken die hier bij horen. Maar waarom doen we dit? Waarom wordt afval eigenlijk gescheiden. Hierover wordt een korte uitleg gegeven (zie leerlingengedeelte), waarbij ook wordt verteld dat deze materialen dan hergebruikt kunnen worden.

 

Differentiatie:

In deze les wordt er vooral gedifferentieerd op niveau en op interesse. Door heel veel verschillende materialen aan te bieden, kunnen leerlingen zelf kiezen welke materialen zij willen gebruiken. Ook wordt er gedifferentieerd op niveau: omdat de leerlingen helemaal vrij zijn in het maken van hun ontwerp en de materialen die ze hierbij gebruiken, kunnen leerlingen ontwerpen maken die aansluiten bij hun ontwikkelingsniveau.